Wat doe jij voor wij?
Afgelopen Koninginnedag en 4 mei waren er twee toespraken. Onze Koning had een toespraak tijdens de inhuldiging en Peter van Uhm sprak tijdens Dodenherdenking. Onze Koning had het in zijn toespraak over zijn eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van de politiek. Peter van Uhm zei in zijn toespraak het volgende: ‘Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’, niet alleen in ‘zij’. Wie dient, denkt ook in ‘wij’.
Beide toespraken en deze specifieke uitspraken raakten mij, omdat zij een treffend kader geven rondom thema’s waar ik mij mee bezig houd. In deze blog heb ik mij door beide toespraken laten inspireren.
Hoe geef jij als ambtenaar en als inwoner invulling aan je verantwoordelijkheid als lid van deze samenleving? Hoe verantwoordelijk voel je je überhaupt? Hier wil ik je graag bewust van maken, omdat ik er in geloof dat we samen de overheid kunnen vernieuwen. Ik lees de kritieken op ambtenaren. Ik weet dat je samenleven niet alleen doet en dat voor democratie een wederkerig vertrouwen nodig is. Ik geloof er in dat wij samen de overheid kunnen vernieuwen. Kijk maar om je heen. Zie wat er gebeurt en welke initiatieven door inwoners worden ondernomen (bijvoorbeeld KrachtinNL, stadslabs of de regio AEX).
Mijn vraag aan jou is: Wat doe jij voor wij?
Hierbij geef ik je mijn 3 punten, die je helpen invulling te geven aan het beantwoorden van deze vraag.
1. Er is een gat tussen de samenleving en het systeem van de overheid.
Ambtenaren krijgen veel kritiek. Soms terecht, soms onterecht. Veel kritiek gaat niet om of over de ambtenaar zelf, maar om of over het systeem. Soms gaat het wel over de manier of intentie waarop ambtenaren hun werk doen. Of waarom zij die regels bedenken en uitvoeren? Dan is het goed hierbij op te merken dat om veel van deze regels door onze volksvertegenwoordigers namens inwoners zelf wordt gevraagd.
De vraag is natuurlijk of deze regels wel de oplossing zijn voor de vragen of problemen waar inwoners tegen aanlopen of op willen lossen. Veel goed bedoelde regels werken echter contraproductief. En hoe kom je uit deze vicieuze cirkel en stap je over naar een meer virtuoze cirkel? Hoe komen die systeemwereld (de overheid) en ‘werkelijke wereld’ (de samenleving) weer bij elkaar? Hoe help je elkaar daarbij; inwoners en ambtenaren? Als ik inwoners schrijf, bedoel ik trouwens ook ondernemers of zorgverleners.
2. Samenleven doe je niet alleen.
Misschien liggen antwoorden op de voorgaande vragen verscholen in de essentie van onze samenleving. Dit woord alleen zegt het al: samen leven. Vergeten we niet hoe dat moet dat samen leven of wat daaroor nodig is? Tijdens de 4 mei herdenking op de Dam sprak voormalig legercommandant Peter van Uhm. De indrukwekkende toespraak van Van Uhm had als thema saamhorigheid. “Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei ons helpt om in tijden van ‘ik’, het ‘wij’ terug te vinden. Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’, ontstaan de goede dingen. Dat heeft de geschiedenis ons geleerd. Dat moeten wij blijven herdenken. Dat moeten wij blijven afspreken. Met onszelf. En met elkaar”, zei Van Uhm.
Ik ben het met Van Uhm eens. Ik geloof dat in het dienen van de samenleving de sleutel ligt. Ambtenaren dienen de samenleving, de gemeenschap voor wie zij werken. Zij dienen het algemeen belang, niet het individuele belang. Ambtenaren werken dus voor “wij”. Zij zijn trots op hun stad of dorp. Zij zijn trots op hun werk op hun vak. Zij doen dit werk, omdat zij maatschappelijk relevant werk willen doen.
3. Democratie is gebaat bij wederkerig vertrouwen en begint bij de autoriteiten.
De toespraak van onze nieuwe Koning Willem-Alexander was inhoudelijk goed en krachtig. Hij zei dat “onze democratie gestoeld is op wederkerig vertrouwen. Alle publieke ambtsdragers, of zij nu gekozen zijn, benoemd of aangewezen, hebben aan dat vertrouwen een bijdrage te leveren.” Wat mij betreft, begint die wederkerigheid van onze democratie echter wel bij de autoriteiten en de ambtenaren. In een andere blog 9 tips om eigen kracht samenleving te vergroten schreef ik al dat de belangrijkste tip voor de overheid is om inwoners weer te vertrouwen.
Vrij naar Koning Willem-Alexander zou ik het volgende willen zeggen. Want het feit dat een ambtenaar geen politieke verantwoordelijkheid heeft, betekent niet dat hij geen verantwoordelijkheid draagt. Dus regels die overbodig zijn of niet bijdragen aan de oplossing van een probleem, stel die dan als ambtenaar ter discussie.
Samen de overheid vernieuwen
Aan het einde van deze blog stel ik je nog een keer de vraag: Wat doe jij voor wij? Waar zet jij je (vrije) tijd voor in? En stel je je dan dienstbaar op? Misschien ben je wel een mantelzorger of raadslid? Of doe je andere activiteiten? Wat is jouw drijfveer bij deze activiteiten voor ‘wij’?
Plaats in het commentaarveld hieronder je antwoord op deze vragen.
Samen vernieuwen wij de overheid!
Hartelijke groet,
Alexander Meijer
PS. Hebben je vrienden ook baat bij mijn blog? Deel dit artikel met hen!
Hallo Alexander
Hierbij mijn antwoord op de vraag “Wat doe jij voor wij?”
Ik ben mantelverzorgster, Ik heb mijn moeder tijdelijk in mijn huis opgenomen om voor haar te kunnen zorgen. Daarnaast ben ik wekelijks actief als vrijwilligster in een bejaardentehuis en probeer ik een bijdrage te leveren aan deze maatschappij door lid te zijn in het wijkcomité. Ook lever ik een bijdrage aan de staatskas door middel van een betaalde baan. Ik pas regelmatig op mijn kleindochter, zodat mijn dochter haar baan kan behouden en het volgens bepaalde politici’s geen “weggegooid” geld is. (voor haar eerder gevolgde schoolopleiding.)
Ik doe dit, omdat ik het gewoon leuk vind bezig te zijn, anderen wil helpen en niet aan het einde van mijn leven wil of moet zeggen dat ik een complete “nietsnut” was en alleen geparasiteerd heb.
En Alexander? Wat doe jij naast je betaalde functie nog meer voor wij?
Met vriendelijke groet, Monique Kemper
Wat mij betreft, raak je met deze blog de kern! Samenleven is mensenwerk. Ieder mens wil van waarde zijn en kan iets unieks bijdragen. Laten we die kwaliteiten verbinden, persoonlijk verantwoordelijkheid nemen en onze omgeving samen opnieuw vormgeven. Voorwaarde daarbij is dat we elkaar de ruimte geven om te experimenteren en dus te leren van onze fouten. Zoals ik iemand laatst hoorde zeggen: “Veranderen leer je niet uit een boekje. Je moet het durven en doen en in de praktijk is het niets meer dan voorwaarts struikelen :-).”
Geachte Ingrid, sorry, maar dit is naar mij mening geen antwoord op de vraag die gesteld werd. Dit is een politiek correct antwoord.
Mvg Monique Kemper
Beste Monique,
Je hebt gelijk, ik gaf geen antwoord op de vraag. Het was gewoon een spontane welgemeende reactie op Alexander’s blog, die me zeer aanspreekt en rechtstreeks uit mijn hart kwam. Ik geloof écht dat we er samen wat van moeten maken. Ieder op onze eigen manier, zonder op een weegschaaltje te wegen wie het ‘beter’ doet. Alle beetjes helpen. Wat mooi dat jij, naast je vele andere activiteiten, je moeder tijdelijk in huis hebt genomen. Mijn vader is al jaren ernstig ziek en kan alleen nog maar thuiswonen dankzij de (mantel)zorg van zijn vrouw en naasten. Ik probeer er zoveel mogelijk voor ze te zijn, maar dat is natuurlijk toch anders dan de dagelijkse zorg op je nemen. Zelf ben ik momenteel op zoek naar een nieuwe baan, maar ondertussen probeer ik zoveel mogelijk mensen in mijn omgeving die een beroep op mij doen of waar ik behoefte zie, zakelijk en privé, te helpen. Dat geeft een goed gevoel, iets wat ik bij jou ook terughoor, en zo snijdt het mes weer aan twee kanten.
Beste Ingrid,
Dank voor je antwoord.
Alexander verwoord het allemaal heel mooi, maar naar mijn mening zijn het “loze” woorden. Kijk alleen al naar de mantelzorg. Wanneer mantelzorgers hulp verlenen aan ouderen dan worden deze mensen (zij, die zorgbehoefte hebben) door dezelfde overheid gekort op hun AOW. Dan is het niet gek dat ouderen in een sociaal isolement vervallen en eerder naar het verzorgingstehuis gaan. Wat ook weer een heleboel kost.
Als de overheid echt wil vernieuwen, dan zou dit punt op de agenda moeten staan.
Samen leven en je verantwoordelijkheid nemen. Nu de praktijk nog.
Beste Alexander,
Als mantelzorger voor mijn moeder die Alzheimer heeft, en voor mijn zus die verstandelijk gehandicapt is, als actieve buurtbewoner die de contactarme vinexwijk contactrijker weet te maken met o.a. een hardloopvereniging, mag ik geloof ik zeggen dat ik veel doe voor wij. Het is echter niet genoeg, en dat komt mijns inziens volledig door een heel menselijk mechanisme. Of eigenlijk meerdere. Ook mijn hemd is nader dan mijn rok, dus gaat mijn mantelzorg naar mijn familie en niet naar mijn buren. En ik ben opgegroeid in een land waar de overheid meer en meer de last van het samenleven op zich leek te nemen. ‘Zorg ontvangen’ is een afdwingbaar recht geworden dat mensen in de manier van samenleven lui heeft gemaakt.
Nu is er een terugtredende overheid, is er minder geld beschikbaar bij een groeiende behoefte aan zorg: de zorgtransitie is een motor achter veel veranderingen. Wat zullen de consequenties daarvan zijn op het niveau van samenleven?
De overheid lijkt te kapitaliseren op de bereidwilligheid van burgers om elkaar meer en langer te ondersteunen. Wetenschappelijk onderzoek spreekt de waarschijnlijkheid van ‘buren als mantelzorgers’ tegen, maar het is altijd lastig mening, houding en gedrag te onderzoeken voor zaken die nog moeten gaan komen. Misschien is de urgentie nog niet groot genoeg voor mensen om over ander gedrag na te denken?
Hoe dan ook is het een vraagstuk waar ik mij, als betrokken en actieve burger in mijn wijk, zorgen over maak. Enerzijds. Anderzijds vind ik het ook een unieke kans om de manier van samenleven in ons land organisch te laten groeien; feitelijk leven we nu meer naast elkaar dan met elkaar en vormt de mate van individueel genot vooral het ijkpunt. Het zou in mijn ogen niet verkeerd zijn wanneer ‘we’ weer gaan voelen dat we elkaar echt nodig hebben. Dan wordt samen-wonen meer samen-leven. Met allerlei consequenties, die allemaal nu nog niet te overzien zijn, en daardoor nog stuurbaar zijn. Om maar iets te noemen: de manier van bouwen kan veel leeftijdsbestendiger, de manier van inrichten van wijken kan veel meer gericht zijn op sociale cohesie. Maar de manier waarop we nu bouwen en inrichten hangt vooral af van de financiële vooruitzichten van gemeente en projectontwikkelaar.
De gemeente Nijmegen probeert haar toegenomen verantwoordelijkheid rond zorg vorm te geven door in minstens één wijk burgerinitiatieven te belonen. Het van oudsher initiatiefrijke Nijmegen-Noord, de plek waar ik woon, kreeg daarom een experiment met het toekennen van invloed rond de zorgtransitie aan burgers.
Wat we verwachten is dat er door de gemeente en zorginstellingen steeds meer van dit soort initiatieven zullen ontstaan. Om invloed daarin uit te oefenen is het gevoel van eigenaarschap in de wijk van belang. Dat ontstaat pas wanneer er in de wijk ook daadwerkelijk eigenaarschap IS. Op congressen over WMO is ‘loslaten’ voor gemeenten ineens het credo. Het ene jaar alle regie, nu weer loslaten. Eerst burgers verzorgen, nu burgers aanspreken op hun verantwoordelijkheden…
Mijn vereenvoudigde antwoord op je vraag: de overheid is een zwalkend schip, en wij staan samen aan het roer.
Beste Alexander,
Dank voor je uitnodiging. Goed initiatief; je raakt mij hier wel mee.
Op dit moment zit ik met een erg volle agenda. Zowel zakelijk als bestuurlijk. Naast m’n activiteiten van VIA, ben ik druk met een aantal bestuurlijke functies in de samenleving, waaronder wat christelijke bewegingen (o.a 4de Musketier).
Met VIA ben ik bezig een netwerkorganisatie op te bouwen. We zijn gestopt met de detachering en ik richt me uitsluitend op advieswerk (de nieuwe controller, organisatieontwikkeling, procesoptimalisatie). En die agenda zit komende periode best vol. Op dit moment voor een gemeente bezig om een nieuwe vorm van control (waaronder juridisch) neer te zetten.
Gr. Henri Vogel
Dag Alexander,
In tijden van tegenspoed is het goed om te appelleren aan ieders gevoel van verantwoordelijkheid. Ik denk echter dat de gemiddelde Nederlander popelt om zijn verantwoordelijkheid hierin te nemen. Het ernstige van de huidige crisis is echter dat hij juist daarin wordt tegengewerkt. Een inert systeem van politiek, experts en allerlei uitvoerende diensten is vooral met zichzelf bezig in plaats van met deze verantwoordelijke burger te steunen. Ambtelijke apparaten zitten tussen deze partijen ingeklemd en hebben geen idee hoe ze dit probleem op moeten lossen. Ook al omdat hun aandacht momenteel vooral naar bezuinigingsmaatregelen uit gaat.
Mijn vraag is tegenwoordig dan ook niet zozeer wat ik voor wij doe, maar wat wij voor mij doet. En dat laatste is niet zo veel. Als ik naar mezelf kijk, dan krijg ik als ZZP’er bijvoorbeeld vrijwel geen opdrachten meer van gemeenten (dat was altijd mijn klandizie). Die zelfde gemeenten geven wel opdrachten aan grote leveranciers waar zij dwingende raamwerkovereenkomsten mee hebben (bijvoorbeeld als het om ICT gaat). Ik kreeg vorig jaar van een gemeente een afwijzing om reden dat de omzet van mijn referentieprojecten te laag was. Men betaalt liever wat meer dus??!!
De tering naar de nering zetten is ook zo’n verantwoordelijkheid,die je kunt nemen. Er zijn in dit land – naar ik inschat – minstens een miljoen huishoudens, die eigenlijk goedkoper willen wonen. Dat kan alleen niet, omdat verhuurders hen weren en hypotheekverstrekkers niet thuis geven. Dat die huishoudens daardoor in de financiële problemen geraken, zal hen een zorg zijn. Er komt een hele horde mensen aan, die zo dadelijk hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Wellicht kunnen enkelen van hen dan als schuldhulpverlener of als incassomedewerker aan de slag?! Ondertussen wacht men in Den Haag op het moment dat het allemaal overwaait.
Ondernemers nemen ook graag verantwoordelijkheid om innovatieve impulsen aan de economie te geven. Er zijn momenteel echter honderdduizenden ondernemers, die geen krediet kunnen krijgen, omdat de banken de knip dichthouden. Deze banken zijn de belangrijkste schuldigen aan deze crisis, maar ze vinden het desalniettemin geen enkel probleem om de economie nog wat verder af te knijpen. In plaats van dat minister Kamp deze banken op hun verantwoordelijkheden wijst, stelt hij zich als belangenbehartiger van de bankensector op en bagatelliseert hij het probleem. Dat is toch om je de haren bij uit het hoofd te trekken! En dan noem ik de rest van de ongeregeldheden en onrechtvaardigheden nog maar niet op.
Wat mij betreft, draai je het thema van de bijeenkomst om en heet het “hoe de samenleving iets voor het individu kan betekenen” en “hoe we de landelijke politiek een flinke hete peper in zijn achterste kunnen steken”.
De structuren der samenleving (wij) staan namelijk momenteel de ontwikkeling van zeer veel individuen (de ikjes) in de weg. Dat men ondertussen in Den Haag de paragrafen van het regeerakkoord blijft tellen, is een teken van een disfunctionerend en vermolmd politiek systeem. Ik wil een nieuw politiek elan dat een eind aan deze lethargie gaat maken.
Groeten van Peter Schuttevaar
Beste Alexander,
De bijdrage van Peter Schuttevaar inspireert me tot een tweede reactie op je vraag. Ik herken nameljk veel in wat Peter schrijft. Anders dan hij stelt is voor mij het antwoord op deze tijd wel degelijk een gezamenlijke zoektocht, en leveren de gaten door gebrek aan financiële mogeljkheden ineens legio kansen op herinrichting van onze manier van samenleven.
Ook ik werkte voornamelijk voor de (lokale) overheid als transitiemanager en verandercoach, en werd ineens geconfronteerd met een neergang in opdrachten. Boos worden op de samenleving zit niet in mijn aard; ik zoek liever naar de grote lijnen en maak er iets mooiers van.
De grootste uitdaging voor het huidige tijdsgewricht zie ik in de overgang naar wij. Eerst wenden we decennialang aan de stamppot van de zorgzame samenleving, daarna werd deze opgediend met een neo-liberale saus. Het resultaat is oneetbaar, maar we moeten wel samen aan tafel. Ik wil beide beleidsstromen wat verduidelijken, omdat de effecten van dit overhiedsbeleid op het niveau van samenleven vaak averechts bleken aan de achterliggende waarden, op zich curieus genoeg.
De zorgzaamheid van de overheid, gebaseerd op de waarden van gelijkheid en solidariteit, werkte passiviteit van samenleven in de hand. Er werd voor je gezorgd, dus hoefde je dat niet meer voor elkaar te doen. Het leverde ontzuiling op, en onafhankelijkheid van knellende familiebanden, en dat wilden we allemaal graag. Het niet erkennen van individuele verschillen tussen groepen burgers was een indirect effect van dat zorgzame beleid; het was immers geen maatwerk. Deze niet erkende gevoelens zorgden na jaren van broeien voor onvrede in de samenleving. Niet erkende onvrede levert op den duur agressiviteit op. (Onze Wilders is weliswaar een bleke afspiegeling van de burgerbewegingen in de Arabische landen, maar de basis is net zo goed niet erkend worden in je verlangens).
De volgende grote politiek-beleidsmatige stroming was het neo-liberalisme. Die zorgde voor marktwerking en een overheid die nog op kwaliteit kon sturen. De inhoud kon dan van de aanbieder komen. Op het niveau van burgers heeft dit tot een vergaande individualisering geleid. De Íkke-ikkemaatschappij werkt wanneer er voldoende geld te verdelen is voor alle ikkes. Maar nu is dat niet meer zo, en draait de overheid richting śamen’. Enter de overheid als facilitator! De burger krijgt alle ruimte, heet het dan. Ja dank u? Had ik daar om gevraagd?
Op zich is dus je vraag, wat ieder van ons aan dat WIJ doet, zeer legitiem en tijdsgebonden, maar staat deze ook in een trend van een overheid, die op korte termijn kijkt en beleid maakt. Waar is het publieke debat over de legitimering van deze koerswijziging? Dat er minder geld beschikbaar is, is een oorzaak, maar vraagt juist om een diepgravender debat. Hier worden doelen en middelen door elkaar gehaald: wij, de burgers, krijgen ineens het door ons geleverde mandaat terug, in cadeauverpakking. Mogen we daar eerst eens samen over van gedachten wisselen? Praten over wenselijkheid en mogelijk andere scenarioś?
Ik kijk uit naar de ontmoeting en discussie, tot dan!
Beste Alexander,
Met de concerten, theatervoorstellingen en culturele manifestaties van Troupe A’dour probeer ik de wereld ietsjes mooier te maken.
Goed initiatief Alexander! Er is zoveel wat je/ik kan doen. Ik houd het zelf klein, intens en 1 op 1 en coach een ethiopische asielzoeker op nederlandse taal. In de afgelopen jaar is die relatie uitgegroeid tot een ‘familieband’, zo ziet hij het en zo ervaar ik het ook. Ik help Efrem met zijn cv bijvullen (toen die het ineens deze winter opgaf), vang zijn betalingsherinneringen op, regel huurkostenspreiding, ga met hem mee naar zijn kerk, geef hem een tweedehandsfiets als de zijne wordt gestolen. Ik krijg er veel voor terug; het besef hoe goed we hier leven, zonder angst, intimidatie en met een goed dak boven ons hoofd.
Goede en gerechtvaardigde vraag Monique. Ik vind het zelf lastig om te benoemen, omdat ik er niet mee te koop wil lopen of mijzelf op de borst wil kloppen daarmee en omdat ik het vanzelfsprekend vind.
Maar goed, daar gaat ie dan. Vanuit mijn huidige rol en ervaring heb ik meerdere, landelijke niet-betaalde functies op het gebied van de crisisbeheersing. Ik ben voorzitter van de Medezeggenschapsraad van de basisschool van mijn dochters. Ik ben lid van de Lionsclub Landsmeer. Ik heb de afgelopen twintig jaar in allerlei besturen, werkgroepen of commissies gezeten van roeiclubs in Leeuwarden en Amsterdam tot de Protestantse Gemeente in Landsmeer.
Ik is wij(ze) woorden..?! Een beetje dien(b)aar hoeft het niet ver te zoeken, te zijn. Per slot van rekening is hij ook ’n burger..! Eigenlijk heel simpel dus?!
Wat ik doe of gedaan heb? Niet veel. Beide tegelijk dementerende ouders verzorgt, totdat professionals het van deze goedwillende amateur overnamen. Maar ook toen stopte de zorg en het zorgen maken om niet! Zelfs nu ben ik, een jaar na hun overlijden, nog regelmatig bezig met het ‘administratief’ verwerken van hun verscheiden. Ik ben inmiddels op beider vlak een aardige ervaringsdeskundige. Verder ben ik alweer een poosje bestuurslid van dé muziekvereniging van Mijdrecht e.o. VIOS. Ik houd mij naast het besturen van dit ‘bedrijf’ vooral en al 16 jaar bezig met de pr. Mijn droom is dat VIOS heel veel kinderen de weg wijst naar hoe leuk het is samen muziek te maken en dit samen met een stuk fantastische show met de hele wereld te delen. Als er iets op de wereld is wat universeel is, dan is dat muziek. Muzikanten spreken dezelfde taal, die over de hele wereld gelijk is en dat is het notenschrift..!